Harmonie-orkest
Festmusik zum Empfang des Königs Friedrich August (1844)
WWV 71a
Info
Deze feestelijke compositie ontstond begin augustus 1844 binnen enkele dagen toen Richard Wagner hoorde over dat Frederik August II, de koning van Saksen, uit Engeland was teruggekeerd. Weliswaar zorgde Wagner met zijn zelfstandige project voor een groot misnoegen bij zijn leidinggevende Baron von Lüttichau en de eerste kapelmeester Karl Reissiger, maar hij wist de wrevel te temperen door Reissiger de wereldpremière te laten dirigeren en door zelf als tenor in het koor te zingen. De wereldpremière op 12 augustus vond in Pillnitz bij Dresden volgens Wagner met 300 zangers en 120 muzikanten plaats. Andere bronnen doen verslag van 200 zangers en 106 muzikanten. Welke informatie ook de juiste is, de bezetting is in beide gevallen indrukwekkend en hieruit kan worden opgemaakt dat het een imposante wereldpremière moet zijn geweest. Opvallend is ook dat Wagner zijn muzikale hulde aan de koning als origineel stuk voor blazers en een mannenkoor heeft geschreven. Deze compositie bewijst opnieuw dat de meesterlijke componist het potentieel van een blaasorkest herkende en graag heeft gebruikt. De voordelen ten opzichte van een symfonieorkest, met name bij openluchtuitvoeringen, waren blijkbaar toentertijd al niet te ontkennen en Wagner was ook zeer te spreken over de klankkracht van de blazers. Voor een feestelijke groet aan de koning waren de stralende, krachtige blazerklanken perfect geschikt. Interessant is het feit dat Wagner ook later geen versie voor symfonieorkesten schreef, maar alleen een versie voor een zangstem en piano. Hij was blijkbaar van mening dat dit stuk als orkestversie alleen met een groots aangelegde blazerbezetting de juiste klank overbrengt. In zijn autobiografie "Mijn leven" beschreef Wagner de dag van de wereldpremière als "de mooiste zomerdag die ik mij in mijn hele leven kan herinneren."