Zomer, zon en strand – de zwarte zanggroep The Drifters bracht in 1964 dit onbezorgde levensgevoel over met hun song Under the Boardwalk (in ’t Nederlands iets als: „Langs de strandboulevard“). Latijns-Amerikaans getinte ritmes in een eerder matig tempo geven de song een zonnig-ontspannen vakantiesfeer, waar immers ook sprake van is in de tekst van het lied. Reeds in de inleiding klinkt als sterk opvallend ‚zuidelijk‘ percussie-element een guiro, die op de achtergrond door het hele stuk aanwezig blijft.
Stefan Schwalgin heeft zijn bewerking als solo voor vleugelhoorn en blaasorkesten geconcipieerd. De toonhoogte voor de solisten is daarbij vrijwel net zo gemakkelijk als het liggen in een eigen strandstoel. Een clou van het arrangement ligt daarin dat de blazers van het orkest aan het begin pantomimisch de indruk wekken, de genoemde guiro-klank (die in feite uit het slagwerkregister komt) met hun handpalmen te spelen. Een klein tussenspel van ‘Mexicaanse‘ orkesttrompetten in parallel tertsen rondt de licht exotische flair van het geheel af.