Het is een van de meest gecoverde titels in de geschiedenis van de popmuziek: het nummer FOREVER YOUNG van de synthpopband ALPHAVILLE uit Münster, uitgebracht in de herfst van 1984. Het brein van de groep was de in Oost-Westfalen geboren Bernhard Lloyd. Hoewel hij zelf geen instrument bespeelde, componeerde hij begin jaren '80 de eerste pakkende instrumentale tracks met behulp van de net op de markt verschenen synthesizer. Hartwig Schierbaum - alias Marian Gold - voorzag hem van de vocalen. Vooral de teksten, door hemzelf (in een vreemde taal) geschreven, tonen zo'n zeggingskracht en diepgang dat velen aanvankelijk vermoedden dat ALPHAVILLE een Britse band was.
Hoewel FOREVER YOUNG het eerste nummer was dat ooit door Lloyd is gecomponeerd, werd het uitgebracht als het laatste van de drie hoofdnummers op het latere gelijknamige album. Terwijl BIG IN JAPAN en SOUNDS LIKE A MELODY, die al als single waren uitgebracht, binnen zeer korte tijd gigantische successen werden, verliep het parallelle werk aan FOREVER YOUNG traag. Aanleiding hiervoor was onder andere de door Lloyd gecomponeerde drumtrack. De producenten vonden het onrustig en commercieel weinig belovend. Net als de andere twee titels is FOREVER YOUNG ook ontworpen als een dansnummer. Andreas Budde - destijds een van de mede-eigenaars van de opnamestudio - bekeek het werk aan de track van een afstandje met ongeduld. Op de derde dag zonder enige noemenswaardige ontwikkeling ging hij de studio in, haalde alle bedieningselementen van de ritmesectie naar beneden en zei kort en bondig: "Dit is het nummer!" Het resultaat was een tijdloze ballad die al bijna vier decennia onafgebroken succesvol is en inderdaad eeuwig jong lijkt te blijven.
Dit arrangement voor blaasorkest is in het begin sterk gebaseerd op het bekende origineel, maar gaat daarna zijn eigen weg. Naast een korte blik op de originele versie verschijnt ook het nummer dat de band in januari 1984 aan hun internationale doorbraak hielp, in de vorm van een kort citaat.
Münster, oktober 2022 - Thiemo Kraas
Muziek noot:
De openingssolo kan gespeeld worden door een tenor- of altsaxofoon of een tenorhoorn (bariton/euphonium). Deze editie bevat ook een zangpartij.