Harmonie-orkest
Fünf kleine geistliche Stücke
(ab Quartett spielbar)
Info
Vijf korte heilige stukken van Bruckner, Purcell en Beethoven.
4-part flexibele instrumentatie.
Inhoud:
1. Hostias (Anton Bruckner)
2. Trauermusik / Begrafenismuziek (Henry Purcell)
3. Requiem (Anton Bruckner)
4. Choral / Koraal (Ludwig van Beethoven)
5. Wie ein Choral / Als een koraal (Anton Bruckner)
Informatie:
BEGRAFENISMUZIEK
Henry Purcell schreef uitgebreide begrafenismuziek voor de begrafenis van koningin Mary van Engeland (in 1695). Voor deze editie is gekozen voor een partij die bijzonder geschikt is voor ons harmonieorkest. Deze compositie, die gebruikt kan worden voor Allerheiligen, Dodenherdenking en begrafenissen, kan met of zonder slagwerk worden uitgevoerd. Als er pauken beschikbaar zijn, mag u geen andere percussie toevoegen. Uitvoeringen zonder pauken, vanaf maat 5.
KORAAL
Op voorstel van kapelmeester Franz Xaver Glöggl componeerde Beethoven voor Allerzielen in 1812 drie koralen voor vier trombones. Ondanks hun eenvoud zijn deze drie stukken zo expressief groots dat ze zeker voor een breed publiek toegankelijk moeten worden gemaakt. Voor deze editie is een bijzonder mooi deel geselecteerd en gearrangeerd voor blaasorkest (ook kleinere blazersensembles). Op Beethovens eigen begrafenis in 1827 werden twee van deze stukken uitgevoerd in een arrangement voor mannenkoor. Daarom lijkt het legitiem om het trombonekwartet ook in een blaasorkestuitgave uit te geven.
HOSTIAS / REQUIEM / ALS EEN CHORALE
Deze drie stukken zijn van Anton Bruckner. De eerste twee zijn ontleend aan REQUIEM, geschreven in 1849, een grotendeels onbekend werk dat Bruckner schreef voor gemengd koor, strijkers en drie trombones. De twee geselecteerde delen lenen zich uitstekend voor allerlei soorten begrafenisceremonies en tonen ondanks hun beknoptheid het meesterschap van de toen jonge Oostenrijkse componist.
De compositie van het laatste stuk, waarvan de titel van de arrangeur komt en niet van Bruckner, dateert vijf jaar verder. Anton Bruckner schreef zijn kleine "Koormis" voor vierstemmig koor op Witte Donderdag 1844 in Kronsdorf (Opper-Oostenrijk). Het is een eerste voorbeeld van zijn heilige kunst en is al lange tijd populair bij kerkkoren. In deze uitgave zijn onderdelen uit de "Agnus Dei" gebruikt in een versie voor blazers. Percussie mag alleen met een grote groep worden gebruikt. Eerste trompet, eerste trombone en pauken spelen alleen de keunoten als het ensemble groter is.