De melodieënreeks "Viva Belcanto" omvat vijf bekende melodieën uit Italië.
Capriccio Italiano - Gefangenenchor uit Nabucco - Triumphmarsch uit Aida - Santa Lucia - Trinklied uit La Traviata - Funiculì, Funiculà
De titel "Viva Belcanto!" is in wezen niet te vertalen. „Een toost op het mooie lied!“ zou een echt letterlijke vertaling kunnen zijn. Maar Belcanto is meer. Het is een levensgevoel, het is het plezier in het spontane en virtuoze zingen, in de echte zangkunst. Met gezang kan men aan stemmingen en gevoelens op geloofwaardige wijze uitdrukking geven: vreugde, zorgen, liefde, saamhorigheid…
Aan het begin heeft de componist het beroemde trompetsignaal uit de „Capriccio Italiano“ van P.I. Tsjaikovski gegeven – evenals een blij vrolijk Italiaans lied, dat ook aan „Capriccio“ is ontleend.
Daarna volgt als nummer 1 het „ Gefangenenchor “ uit de opera „Nabucco“ aan. Een lied dat over ernstige nood gaat, maar ook over hoop en verbondenheid.
Het nummer 2 is eveneens heel bekend: slechts enkele maten zijn voldoende om de „Triumphmarsch“ uit de opera „Aida“ von Giuseppe Verdi te herkennen. Alfred Bösendorfer heeft een krachtig klinkend arrangement van deze mars geschreven en er ook een nieuwe tekst bij geschreven: „Viva, viva la gloria, viva la libertà“ („Lang leve de glorie, lang leve de vrijheid“).
Na een overgang met een klarinetcadens geeft nummer 3 de liefde voldoende ruimte om zich te ontplooien. Het is een prachtig lied, dat een Napolitaanse visser zingt in zijn boot, de „Santa Lucia“. Zijn boot, die de elementen vaak trotseerde en hem steeds weer veilig naar huis heeft gebracht.
In nummer 4 brengt de muziek opgewektheid en vreugde tot uitdrukking, zoals men dat aantreft bij grote feesten, maar ook bij moderne voetbalwedstrijden. Om deze stemming muzikaal vorm te geven, greep Alfred Bösendofer terug op het drinklied uit de opera „La Traviata“ van Giuseppe Verdi.
In de vorm van een snelle Tarantella klinkt op het laatst het bekende „Funiculì, Funiculà“, een huldiging van een zichtbaar herkenningsteken van Zuid-Italië: de Vesuvius. Luigi Denza heeft dit bekende lied in 1880 gecomponeerd ter gelegenheid van de opening van de kabelbaan op de Vesuvius (Monte Vesuvio funivia).
Een opvoering is ook met koor (sopraan - alt - tenor - bas) mogelijk of met sologezang. De tekst is Italiaans.