Alfred Bösendorfer bewijst in veel van zijn werken zijn voorliefde voor folkloristisch muzikale elementen van verschillende volken of voor typische kenmerken van verschillende cultuurregio’s in Europa. Ze inspireren hem en zijn tegelijkertijd een garantie voor de grensoverschrijdende populariteit, de zijn oeuvre teweegbrengt. In het werk »Scandinavia« kiest de componist de vrije, rapsodische vorm, om een klinkende reis te ondernemen door de individuele landen van Scandinavië.
»Scandinavia« bestaat in wezen uit vier delen. Bösendorfer begint zijn reis in het hoge noorden, in Lapland. Als prelude weerklinkt een korte voortschrijdende feestmars, wat voor de luisteraar associaties zou kunnen oproepen aan de trek van de rendieren op hun weidevlaktes en de in de zomer als nomaden rondtrekkende Lappen. Na slechts enkele maten mondt dit op feestelijke wijze uit in een gevoelig klankweefsel van de houtblazers, dat in de cantabile wordt gekenmerkt door religieuze aspecten.
Na de herhaling van de inleidingsmuziek leidt de componist ons in het tweede deel naar Zweden. Hier neemt Bösendorfer ons mee naar een boers volksfeest met gedeeltelijk zwaarmoedige dansmelodieën. Karakteristiek voor dit deel van het werk zijn de lang aanhoudende tonen en klanken. Ze herinneren aan de bourdon van een doedelzak en aan de zich herhalende melodische wendingen, die bij de luisteraars de indruk geven van een draaiorgeltje.
Het derde deel van de compositie voert ons naar Noorwegen. Onheilspellende akkoorden in het koper, expressieve solo’s van de houtblazers, een prachtig cantabile en een beschouwende pensioroso brengen volheid en uitgestrektheid tot uitdrukking. Mooie, intense harmonieën en gevoelig melancholische lyrisme herinneren aan de geweldige Edvard Grieg, wiens 100e sterfdag de muziekwereld in 2007 gedacht.
In het vierde deel verlaten we de diepe bossen en de in de zee stortende beken van Noorwegen en mengen ons onder een uitbundig feest van jonge zorgeloze mensen in Denemarken. De componist geeft uitdrukking aan de uitgelaten levensvreugde en vurige, Slavisch aandoende dansvormen door een veelvoud aan contrapuntisch dicht op elkaar volgende stemmen, kleurrijke orkestratie en een overvloedige melodieënrijkdom.
Met »Scandinavia« is Alfred Bösendorfer erin geslaagd een werk te schrijven, dat vooral in de midden- en hogere klassen als een enorme verrijking van de literatuur kan worden beschouwd.