In 1880 publiceerde Grieg zijn Opus 33. Het bestond uit twaalf zettingen van gedichten van de Noor A.O.Vinje. Het jaar daarop gaf Grieg de muziek van twee van deze liederen een bredere verspreiding door ze te arrangeren voor strijkorkest (Opus 34) getiteld 'Twee elegische melodieën'. Deze versie is de basis voor de montage door Stefan Hippe.
1. Hartwonden
2. Afgelopen lente
Muziek noot:
De basis voor het arrangement voor accordeonorkest van Stefan Hippe is de versie voor strijkorkest van Edvard Grieg. De voor strijkers gebruikelijke articulatie is behouden. In de partituur van het accordeonorkest vinden we bijvoorbeeld de schuine streep naar boven (v) en naar beneden (┌┐). De opgaande slag wordt gerealiseerd door een bijzonder delicate en zachte toonbenadering. De neerwaartse slag moet worden uitgevoerd als een accent met een eerdere balgwisseling. In principe moeten legato-legato-legato's worden beschouwd als lijn-legato's, d.w.z. het einde van de legato moet niet worden gescheiden, maar eerder worden vastgebonden ten gunste van een grotere frase.