Zdenek Lukaš (1928-2007) heeft met zijn omvangrijke werk (in totaal meer dan 300 composities met toneelstukken, symfonische werken en talrijke vocaalcomposities) een persoonlijke, muzikale stijl gecreëerd. Zijn wortels vinden hun oorsprong in het Tsjechische, muzikale gedachtengoed, in het bijzonder in de volksmuziek en verrijkt door streng geselecteerde elementen uit de moderne muziek van de 20e eeuw. Op het gebied van de blaasmuziek heeft Lukaš met name voor zijn monumentale „Sinfonia brevis" erkenning gekregen. Dit werk is als verplicht stuk van de eerste divisie ingezet bij het wereldblaasmuziekfestival (WMC = World Music Contest) in Kerkrade in 1997.
In stilistische zin sluit Lukaš in "Metarmorphoses" aan bij authentieke volksmuziek en ontwikkelt - zoals in menig ander werk van zijn hand - de meest eenvoudige melodische lijnen door harmonische ontwikkelingen en ritmische nuances tot artistieke klankstructuren. Dit uitnodigende werk vol effect begint met een trompetsolo en wordt af en toe welhaast "overheerst" door het klankkarakter van dun koper, dat "Metamorfoses" een schitterend, plechtig karakter verleent.